Voorgeschiedenis

Het begin

Op 12-jarige leeftijd leerde ik mezelf gitaar spelen. Bovendien begon ik zo ongeveer vanaf “dag één” met het schrijven van eigen liedjes. (Ik heb ondertussen zo’n 200 liedjes op mijn naam staan.)

foto: Martijn Sikking

Optreden

Toen ik 14 was trad ik voor het eerst solo op. In voormalig jongerencentrum De Keet in Oosterhout op een zondagmiddag. Er was amper 20 man publiek (waarvan bijna de helft bij de organisatie hoorde), maar het was toch een succes. Ik noemde mezelf een “troubadour” en speelde in die tijd liedjes van Boudewijn de Groot, Jaap Fischer, Dimitri van Tooren en Miel Cools (een Vlaams troubadour) naast mijn eigen liedjes.

Tot m’n 24e bleef ik optreden met steeds meer eigen liedjes en steeds minder liedjes van andere artiesten, tot ik een compleet eigen programma had. Ik had daarmee best aardig succes met een paar hoogtepunten; zo stond ik in het voorprogramma van Urbanus en later van Lee Towers, trad ik in België op op een groot kleinkunstfestival en stond Pierre Kartner een keer in mijn voorprogramma. Ik haalde regelmatig de krant en de recensies werden steeds beter.

Tijdelijk afscheidsconcert in februari 1979 i.v.m. wereldreis

Toen ik eerst mijn “carrière” als troubadour had onderbroken voor een wereldreis van een half jaar en daarna ging studeren (ik ben uiteindelijk leraar Nederlands en Duits geworden), verdwenen die optredens met mijn eigen programma naar de achtergrond. In februari 2019 nam ik die draad weer op na 40 jaar. Zie daarvoor: www.theatertheo.nl.

Troubadour op La Tuque – tekening: Frans Bijvanck

Kampvuur

Wat er altijd (vanaf mijn 12e) was en nog steeds is, is het zingen en spelen op feesten met wat ik gemakshalve maar het “kampvuur-genre” noem. Ook op vakantie moest de gitaar altijd mee en amuseerde ik de vakantiegangers op de camping, op de boulevards van Franse kustplaatsen of romantisch op het strand. De tekening hieronder geeft een aardige impressie: de campingeigenaar Robert fungeert even als muziekstandaard. Dat er doorgaans ook nog zo’n 200 campinggasten omheen zaten, is op deze tekening niet te zien.

Curiosahuys

In 1982 (ik studeerde ondertussen Nederlands en Duits in Tilburg) kreeg ik een bijbaantje in Partycentrum ’t Curiosahuys in Spang-Capelle. Ik luisterde daar de bourgondische feesten op. Dat werd het begin van een carrière als “feest-troubadour” op bruiloften en partijen.

Na ruim 6 jaar verliet ik het Curiosahuys, omdat ik ondertussen een uitgebreide eigen “klantenkring” had opgebouwd. Ik speelde bij mensen thuis, in cafés, in zaaltjes, op rondvaartboten, in huifkarren… je kunt het zo gek niet bedenken of ik heb het wel gedaan!

Voor- en achterkant van de fotokaart die jarenlang als visitekaartje diende.

Nog steeds

Na bijna 40 jaar speel ik nog steeds als troubadour op allerlei feesten. Mijn grote kracht: ik heb snel door met wat voor gezelschap ik te maken heb en pas mijn aanpak daar op aan. Ik speel niet alleen gitaar, maar ik “speel” ook met het publiek. Altijd met humor en altijd respectvol!

Foto: Wilma Stip